Uit teksten van de Deense filosoof Sören Kierkegaard (1813-1855) zou men kunnen concluderen dat de betekenis van een tekst niet afhangt van de intenties van de schrijver.
Pieter Vos vervolgt in zijn dissertatie “De troost van het ogenblik” (Kierkegaard over God en het lijden) “dat de lezer nooit werkelijk toegang kan krijgen tot deze intenties” (blz. 37).
Hoe zit het met ‘heilige’ geschriften, zoals de Bijbel en Koran ?
Zijn die dan wel ‘uit’ te leggen ?
Of is alles wat er over gesproken wordt ‘inlegkunde’?
Vergelijk de betekenis van een boek of een film: de lezer of kijker interpreteert de tekst of het beeld op basis van zijn of haar eigen referentiekader (opvoeding, sociale context, kennis van cultuur, levenservaringen enz.).
Laat tien mensen hetzelfde boek lezen of dezelfde film bekijken en vraag vervolgens om in (say) vijftien woorden een typerende samenvatting te geven: er zullen tien verschillende verhalen komen.
De zogenoemde ‘receptie’, de ontvangst van tekst of beeld, bepaalt dus de betekenis van het boek of de film.
Geldt dit ook voor Bijbel en Koran ?
We kunnen bij God zijn intenties navragen, toch? Dan nog blijft het een zoektocht. Ken je het Thomas-theorema? “If men define situations as real, they are real in their consequences”. Past wel mooi in het rijtje.
Ik denk ook niet dat het er om gaat dat we alles snappen van de bijbel, zolang we de kerngeboden maar houden (God liefhebben en je naaste als jezelf). Of begin ik zo mijn eigen stroming..? 😀 en eindig ik wel heel abrupt de discussie?
Inderdaad – toch wel een abrupt einde aan jouw stukje, maar wat mij betreft niet aan de discussie !
Jouw belangrijkste opmerkingen: De intenties bij God navragen en het Thomas-theorema.
Mijn punt is dat naar mijn mening God niet de schrijver van de bijbel (of Allah van de Koran) is. De bijbel is in mijn opvatting door mensenhanden geschreven; mensen die zich weliswaar verbonden wisten met God en/of geinspireerd door de Geest- maar toch: mensen.
En al zou jij God vragen dan nóg komt het antwoord via jouzelf. God is niet los verkrijgbaar – zijn mening(en) ook niet.
Er is altijd de mens die woorden ervaart of stemmen ‘hoort’ en teksten interpreteert.
Ja, het Thomas-theorema past hier wel redelijk bij lijkt me, behalve dat ikzelf bijvoorbeeld niet pretendeer een nieuwe ‘eigen’ werkelijkheid te scheppen op basis van mijn mening. Er zijn er die dat wel doen. Zij zeggen: zo zie ik het en dát is dan tevens de (objectieve) werkelijkheid.
Natuurlijk: ook ik stá voor mijn mening maar ik begrijp dat anderen een andere visie kunnen hebben (zij hebben immers een andere context van waaruit zij redeneren/geloven).
M.a.w. Ik kan het zeer oneens zijn met mensen maar ik zal mensen niet ‘verketteren'(afschrijven als gelovige) omdat zij anders geloven dan ik doe.
Volgens mij houdt het Thomas-theorema in dat mensen met hun visie op de situaties een eigen nieuwe ‘werkelijkheid’ creëren en die ook als werkelijkheid in hun leven integreren.