Columns 2013

Scroll naar beneden voor de diverse columns van dit jaar of klik direct naar:

God heeft een droom

Verkeerd?

Sprekende stenen

Ikoon

Gezweefvliegd

Christendom en humanisme

God heeft een droom

24 december 2013

Desmond Tutu, de bisschop uit Zuid-Afrika, is auteur van het prachtige boekje: ‘God heeft een droom’.

In dat boekje geeft hij ons hoopvolle gedachten mee voor deze tijd. De schrijver begint elk hoofdstuk met de aanhef “Geliefd kind van God”.
Deze herhaling attendeert mij op de rijkdom van het leven waarin ik zelf mag delen. Maar het appelleert tevens aan de roep om van die liefde ook zelf weer uit te delen; immers: God heeft een droom!
In het hoofdstukje ‘God heeft alleen ons’ wijst Tutu mij erop dat God mij als partner nodig heeft: “Als iemand honger lijdt, wil God een wonder verrichten en hem te eten geven. Maar niet meer door het manna te laten regenen vanuit de hemel”…. “Hij kan het wonder pas verrichten als jij en ik, wij allemaal, hebben besloten partners van God te zijn en God voorzien van het ruwe materiaal waarmee Hij Zijn wonderen kan verrichten.”

Tweeduizend jaar geleden had God op aarde een partner in Jezus, die Gods droom in vervulling wilde laten gaan. Zelf liep Hij voorop om zijn eigen woorden in concrete daden om te zetten.
Met Kerst vieren wij daarom de geboorte van Hem die deze droom van God wilde verwezenlijken.
Een droom die echter vaak wreed wordt verstoord door de overvloedige commercie, die ons al vanaf eind oktober in overdadig licht schreeuwerig tegemoet komt.
Een droom die soms een nachtmerrie dreigt te worden, als we de berichten van het journaal tot ons nemen.
Een droom die bedrog lijkt te zijn als we geconfronteerd worden met de gebrokenheid van de wereld om ons heen.
Allemaal invloeden die mijn behoefte om “in vrede (te) leven” (Hein Stufkens) wreed dreigen te verstoren en de gelijkmoedigheid proberen te dwarsbomen.
Maar toch….

Ondanks die negatieve elementen, waaraan ik me nauwelijks kan onttrekken, betekent Kerst voor mij: zo proberen te leven, dat Christus opnieuw in mij geboren kan worden. Al was het alleen maar vanwege die gelijkmoedigheid.

“Wij delen met elkaar
het licht, het lied, de zegen.
Wij zijn uw kandelaar,
wij gaan het donker tegen.”
(Uit: Lied 500, Sytze de Vries)

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Verkeerd?

11 december 2013

Het liep tegen half twee ’s nachts. We stonden al met de jassen aan; klaar om weer te vertrekken van het verjaardagsfeestje.

“Wat doen wij verkeerd?” Dat wilde de gastheer nog even weten. Op mijn vraag waar hij op doelde volgde een verhaal over ‘lege plekken in diverse kerken, terwijl er andere zijn die tjokvol zitten; soms zelfs twee keer op een ochtend!’

Dat is er wéér eentje, ging het door mij heen, weer iemand die alleen maar rekent in kwantiteit; de macht van het aantal. In zo’n visie is het pas goed, heb je succes en scoor je op de ladder van populariteit, als de kerk vol is, ’t liefst bomvol. Wat er gezegd en gezongen wordt? Ach, dat is van minder belang……

Ik meen dat het Sören Kierkegaard was die deze visie eens hekelde met het voorbeeld van de herbergier.  Hij verkocht zijn drank beneden de inkoopprijs aan de stamgasten, in de overtuiging dat de groeiende omzet hem uiteindelijk wel winst zou opleveren. Hij stuurde echter rechtstreeks aan op een faillissement.

In de circa twintig kerkdiensten waarin ik jaarlijks mag voorgaan, gaat het om een diversiteit aan aantallen kerkgangers. Soms kondigt men tevoren in een telefoontje of brief al aan dat de kerkgang te wensen overlaat. Maar de hartelijkheid en saamhorigheid, het op elkaar betrokken zijn van juist de kleinere Gideonbendes, die treffen me elke keer weer.

Op internet las ik: ‘Als je kiest voor kwantiteit richt je je op kortdurende, snelle (behoeften)bevrediging. Je krijgt veel en je hebt snel effect. Echter je wordt niet echt vervuld en je ervaart oppervlakkigheid. Als je kiest voor kwaliteit dan ga je voor resultaten die ook op de lange termijn nog doorwerken en je gaat voor duurzaamheid. Je ervaart meer diepgang en dat geeft rust.’

Mooi gezegd, maar er zijn ook mensen die een dergelijke rust pas ervaren als ze in een volle kerk zitten, die onrustig worden als het leger wordt om hen heen. Het lijkt er op dat mensen graag de mainstream volgen, bang om bij een minderheid te gaan behoren.

Wat doen wij verkeerd?

Ach, ik drink liever mijn Rooibosthee in een intiem café, ook al is het daar duurder, dan te zitten in een bomvolle kroeg waar alleen maar thee met kleur- en smaakstoffen wordt geserveerd. Laat hén genieten, maar mij ook, graag!

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Sprekende stenen

 oktober 2013

Vorige week stond in een krant het artikel: Doe-het-zelf’-uitvaart in Hongarije.

De kern was dat Hongaren voor zo’n begrafenis kunnen aankloppen bij hun gemeenten. Die gemeenten stellen begraafplaatsen, grafkisten of urnen beschikbaar als nabestaanden de uitvaart niet kunnen of willen bekostigen in deze tijd van economische crisis. Voorwaarde is dat ze zelf zorgen voor het wassen van het lichaam, het afleggen,  naar het graf brengen, het graf delven, en het stoffelijk overschot laten zakken.

Toen ik het nog eens las, vroeg ik me af wat er nieuw is. Er zijn immers steeds meer nabestaanden die zelf het lichaam wassen en bij het graf het lichaam laten zakken. Ook andere onderdelen worden wel door nabestaanden uitgevoerd. Uiteraard zijn daar voorwaarden aan verbonden en wordt een en ander begeleid door een begrafenisondernemer, maar de uitvoering neemt men steeds meer zelf ter hand. Zo heb ik enkele keren een begrafenisondernemer gemeld dat ik persoonlijk, of een ander familielid, bij het gemeentehuis aangifte van overlijden wilde doen. Te gemakkelijk gaat men er van uit dat die administratieve taak de familie uit handen genomen moet worden. Dat is jammer. Het zelf uitvoeren van dergelijke handelingen is vaak een bijdrage aan het verwerken van het verlies. Dus over deze Hongaarse aanpak heb ik niet zoveel kritiek, al moet er wel een wat geregeld worden voor mensen die niet in staat zijn hun geliefden te begraven.

Echter: geen woord in de Hongaarse regeling over het grafmonument. Terwijl een grafmonument toch een prachtig eerbetoon vormt voor degenen die ons voorgeslacht vormen. Bij mijn stamboomonderzoek is het schitterend dat er nog grafmonumenten van enkele generaties van mijn voorouders zijn. Hoewel ik er slechts enkele keren per jaar kom, vind ik het een mooie gedachte dat ze niet anoniem zijn, dat ze een naam hebben.

Jammer daarom dat sommige nabestaanden na verloop van tijd de grafrechten van de graven niet meer betalen. Vaak leidt dat tot verwijdering van de grafmonumenten. Maar: waar de doden zwijgen, spreken de stenen. Het gaat hier dus om familie-erfgoed. Opdat wij niet vergeten.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Ikoon is venster op de eeuwigheid

24 juli 2013

Vorige maand was ik voor de derde keer een week in een klooster voor het schilderen van een ikoon.

Door allerlei omstandigheden had ik een jaar lang de penselen niet aangeraakt. Daarom was het even wennen en werd in gezamenlijk overleg besloten dat ik een eenvoudige uitvoering van de heilige Nicolaas zou maken, waar anderen een meer bewerkelijke afbeelding van hem voorgeschoteld kregen. Nicolaas was namelijk door de cursusleiding gekozen om te schilderen dit jaar.

Hier was het dus niet, de ikoon die mij uitzocht; ik koos ‘m ook niet zelf uit, nee de begeleiding koos de heilige uit. Zo zat ik dus eind juni bijna een week lang gebogen over Sinterklaas. Ikonen zijn een venster op de eeuwigheid. Zeker, dat klopt, maar tegelijkertijd zijn ze een venster naar binnen. Bij mij kregen de eerste twee geschilderde ikonen gaandeweg het wordingsproces betekenis voor mezelf.

De eerste, het Mandylion (afbeelding van Christus), riep me op om dieper door te dringen in de verhalen over hem. Waar staan die verhalen werkelijk voor? En met name; welke betekenis hebben ze vooral voor het hier en nu? De tweede, de Moeder Gods (afbeelding van Maria dus), appelleerde aan het in mij opnieuw geboren laten worden van Christus: hoe kan ik in mijn leven liefde laten zien en helend werken. En nu: Nicolaas. Wat zou hij mij brengen? Toen ik me wat in zijn leven en betekenis had verdiept, kwamen er vraagtekens. Naast beschermheilige van kinderen, ongehuwde vrouwen, geliefden en andere groepen is hij het namelijk ook van prostituees, dieven, moordenaars en piraten.

Dat had de leiding me er niet bij verteld toen ik er aan begon. Aan de andere kant: Jezus heeft laten zien dat je mensen recht in de ogen moet kijken en moet zien wat en wie er achter de daden schuilgaan. Zie hoe hij omging met hoeren en tollenaars. Mijn leerdoel dus: mensen niet beoordelen op afkomst, huidskleur, sociale klasse en dergelijke, maar hen accepteren als mensen die, overigens net als ik, hun gebreken hebben.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Gezweefvliegd

15 mei 2013

Onlangs ging ik voor het eerst zweefvliegen. Het zou een bijzondere belevenis worden. Een ervaring die me deed denken aan de cyclus van het menselijk leven.

Een beetje onderuit zittend in de krap bemeten cockpit van de PH-686 van het type ASK-21, met alleen de piloot vlak voor me, waande ik me in de baarmoeder.

We waren met een startkabel, die fungeerde als navelstreng, verbonden met de sleper waarin ik mijn ouders personificeerde.

Nadat bij een laatste check (de echo) door de gezagvoerder alles was goedgekeurd, werd besloten dat we konden gaan en trok de sleper ons over de grasbaan om snelheid te maken. Nadat beide vliegtuigen in de lucht waren leken de twee minuten dat we nog aan de sleper vastzaten wel negen maanden te duren. Toen op vierhonderd meter hoogte die sleper eindelijk wat heen en weer schommelde bleek dat het teken te zijn dat de weeën waren ingezet. Even later werd de navelstreng losgekoppeld en vanaf dat moment zweefden we zelfstandig door de lucht, door het leven. In het begin zagen we de sleper nog wel ergens voor, naast of onder ons, maar moesten we toch zelf onze kist in de lucht houden.

De kunst van het zweefvliegen is om gebruik te maken van de thermiek, de door de zon verwarmde opstijgende lucht. Voor mij was de zon symbool voor God wiens Geest (de thermiek) ons in het leven houdt. Al cirkelend in die thermiek wint het vliegtuig aan hoogte om zo langere afstanden te kunnen afleggen. Bij een strakblauwe lucht is er nauwelijks sprake van thermiek. Je moet juist de wolken opzoeken omdat die een teken zijn van daaronder aanwezige stijgende luchtcirculatie. Ook in het gewone leven leer je van de moeilijke momenten (de wolken), als je maar weet dat, ook voor jou, achter die wolken altijd de zon schijnt om die vochtige lucht weer op te warmen en nieuwe thermiek te geven.

Afhankelijk van de omstandigheden en de kundigheid van de piloot zet de daling in en land je uiteindelijk op de aarde waaraan je dan weer wordt prijsgegeven.

Eind dit jaar worden wij weer opa en oma. Ik hoop dat, als straks de startkabel is losgekoppeld, dat nieuwe zweefvliegtuigje dan lang in de lucht blijft!

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Christendom en humanisme

6 maart 2013

Op een feestavond raakte ik onlangs met iemand in gesprek over vakanties.

Het bleek dat we beide in Moskou en Sint Petersburg zijn geweest. Rusland – een land rijk aan schitterende oude kerken en prachtige iconen. Mijn gesprekspartner was ook onder de indruk geraakt van de schoonheid en betekenis van de oude iconen. En blijkbaar verwonderde dat hemzelf, want enigszins verontschuldigend zei hij: “Zoals je misschien wel weet ben ik humanist, maar….”

Dat ’maar’ dat intrigeerde me na afloop. Want het suggereert dat er een tegenstelling zou (moeten) bestaan tussen christendom en humanisme. Ik dacht daarom terug aan een lezing die ik in 2010 mocht houden in de dorpskerk en waaraan ik het volgende ontleen.

Ruim 100 jaar geleden was aan de Hervormde Gemeente Oosterwolde-Fochteloo een predikant verbonden die bij velen, zeker in die beide dorpen, erg geliefd was, maar door anderen werd verguisd. Het betreft Louis Adriën Bähler. In 1907, hij was toen vijf jaar in Oosterwolde, schreef hij een van zijn vele boeken: “het Christendom”. “Zuivere christendom”, zo stelt hij, “is christendom zonder Calvijn of Luther, ja zelfs los van Jezus. Los van Jezus zelfs? Ja, ook los van Jezus, voor zover hij een persoon en een persoonlijkheid was.” Bähler stelt namelijk: Christendom is Christusdom ; het gaat volgens hem vooral om de Christusgeest; en dus minder om de historische persoon Jezus.

Verderop in zijn boekje stelt hij enkele vragen die hij ook direct zelf beantwoordt en die bij mij weer naar boven kwamen na het gesprek op het feest. De vraag “Is christendom dan niets meer dan humanisme?” beantwoordt Bähler met “niets minder dan dat.” En op de vraag: “Is het beste humanisme niet het humanisme van de Godmens?” antwoordt hij: “Dát nu is het Christendom.”

De benadering van Bähler spreekt mij aan. Zijn theologische visie als het gaat om het loslaten van dogma’s en het zoeken naar en laten werken van de Christus in jezelf – het zijn thema’s die ik erg waardeer. Volgens mij zijn het de thema’s die de kerk nodig heeft om geloofwaardig en van betekenis te zijn.