Scroll naar beneden voor de diverse columns van dit jaar of klik direct naar:
Waar is God?
10 oktober 2018
Volgend jaar komt er een boek uit over vroegere theologen. Voor dat boek mag ik het hoofdstuk schrijven over dr. Louis Adriën Bähler, predikant in Oosterwolde van 1902-1909.
Eén van de van hem bewaarde preken, gehouden op Schiermonnikoog in 1897, behandelt de vraag Waar is God?
Vroeger dacht men aan een fysieke plek: de hemel, waar die dan ook maar zou zijn; boven de wolken misschien? In 1961 zei Yuri Gagarin, die als eerste een ruimtereis rond de aarde had gemaakt, dat hij God niet was tegengekomen. Dat was overigens niks nieuws. Al in 1837 schreef de Duitse dichter Friedrich Rückert het gedicht met de titel Waar is God? Bähler nam het gedicht op in zijn preek:
“De grote astronoom sprak: heel de hemel door heb ik naar God gezocht, maar vond van hem geen spoor. En hij sprak waarheid, want in maan- en zonnevlekken en sterrennevels is God niet te ontdekken. Waar is de telescoop die de Onzichtb’re ziet? Door getal, macht en gewicht berekent men Hem niet. Wie God daarginds wil zien die kome in zichzelf hem tegen. Slechts als Hij ín je is, vind je hem allerwegen.”
Dus: “Kom, Geest van God, maak onze harten open, dat Christus bij ons woning vindt” (Lied 333). Dáár gaat het uiteindelijk om, die Christusgeest in onszelf; die Geest van God die vrede, troost en rust geeft. Hoe die Geest van God, die Christusgeest, in je kan komen? Simpelweg door je er voor open te stellen. Dat kan prima door meditatie, op een bankje of lopend door het bos. Het kan door te leven in het hier en nu en je niet te laten leiden door angsten voor te toekomst, of door frustraties over het verleden. Het kan door gewoonweg open te staan voor het leven en voor de mensen om je heen. Het kan door de krampachtige controle over het leven los durven te laten en je bewust te richten op goede dingen. Ieder mens heeft zo zijn eigen weg te gaan om zich open te stellen.
Waar is God? Slechts als Hij ín je is, vind je hem allerwegen.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
De hemel
29 augustus 2018
De TV-serie ‘Kijken in de ziel’ beleefde afgelopen maandag haar laatste aflevering.
Jammer, vind ik, omdat het voor mij zeer waardevolle TV was en dan met name de laatste serie waarin Coen Verbraak met Nederlandse religieuze leiders in gesprek ging. Niet gelijktijdig gelukkig, dat zou slechts discussies hebben opgeleverd; nee hij sprak ze alle twaalf apart. Een gouden formule, omdat hij dicht bij de kern van de geïnterviewden kwam. Het leverde soms openhartige en ontwapenende ontboezemingen op. Maar helaas kwamen ook verkillende uitspraken voorbij.
De slotaflevering betrof het thema ‘Leven en dood’. Is er iets na het leven? En wat dan? Het ging dus ook over de hemel. Zo was de vraag van Verbraak aan de christelijke leiders helder: “Kan een moslim ook in de hemel komen?” Het verbijsterende antwoord was twee keer: “Nee!”
Je hoeft, lijkt me, geen moslim te zijn om dit een verbijsterend antwoord te vinden. Wie de serie heeft gevolgd, die weet dat beide geïnterviewde moslimvoormannen opkwamen voor hun geloof, maar tegelijkertijd ook aangaven dat het extremisme (dat vaak aan ‘moslims’ wordt toegeschreven) niets met hun geloof te maken heeft. Zoals de opperrabijn het eerder al zei: “Je hebt overal goede en slechte mensen; dat heeft niets te maken met joods of niet-joods.”
Trouwens, de hemel, wat stelt men zich daar bij voor? Vroeger dacht men dat het een fysieke plek was boven de wolken: de hemel. Die visie moeten we sinds Copernicus als achterhaald beschouwen. Maar waar is de hemel dan wel? De oplossing vinden we in de bijbel, waar staat: het Koninkrijk Gods is binnen u. Leo Tolstoj schreef er in 1894 een boek over: “Het Koninkrijk Gods zit in jezelf”.
Daarbij: als God alomtegenwoordig (dus: overal) is en hij in de hemel woont, dan is de hemel dus overal. In de Bijbel staat ook dat God Geest is. Voor mij is de hemel daarom een geestestoestand. De slotconclusie die ik daar voor mijzelf uit trek is: de hemel is daar waar de mens zich de godheid (ook in zichzelf!) bewust wordt.
En geen ‘leider’ die dat een ander, moslim of niet, af kan nemen!
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Geloof en hersenen
4 juli 2018
Zondagavond was hersenwetenschapper Erik Scherder in Adieu God. Hij was vaak te gast bij De Wereld Draait Door.
Een vrolijke en aimabele man die de kunst verstaat om de ingewikkelde werking van de hersenen voor leken te verduidelijken. Hij slaagt er in om, met een model van de hersenen in zijn hand, een enthousiasmerende presentatiestijl te koppelen aan een ijzersterke inhoud.
Erik Scherder heeft (nog) niet ‘Adieu God’ gezegd; integendeel, als er moeilijke momenten zijn dan bidt hij wel eens een schietgebedje en doet aan God beloften voor als het gebed wordt verhoord. Dat hij dan die beloften wel eens niet nakomt, doet niets af aan zijn schoorvoetende bekentenis dat hij wel eens bidt.
Thijs van den Brink legde een persoonlijke ervaring op tafel. Toen hij als twintigjarige eens geopereerd moest worden en had gebeden zag hij even later een helder licht en sliep hij perfect. Thijs wil dit graag zien als iets dat zich buiten zijn brein om afspeelde. De reactie van Scherder was prachtig maar voor Thijs ontnuchterend: ‘Het is toch fantastisch dat op zo’n moment jouw brein in staat is jou dat beeld te geven.’ De reactie van Thijs: ‘Nee, dit was niet mijn brein. dit was God!’
Scherder: ‘Ja, maar het feit dat jij denkt dat het God is, dat is het bijzondere aan de hersenfunctie.’ Thijs wil echter de erkenning dat zijn ervaring hem van buiten is aangereikt, van God.
‘Waarom’, zo zegt Scherder dan, ‘waarom mag het niet zo zijn dat jouw brein zo fenomenaal is, dat het op het moment suprême jou dat beeld heeft gegeven om jou tot rust te brengen. Het is toch ongelofelijk (sic!) dat het orgaan jou op zo’n moeilijk moment helpt om tot rust te komen!’
Thijs had toen het volgende kunnen zeggen: Alle ervaringen lopen via de hersenen! Kou, hitte, pijn, strelingen en zo, het zijn processen van buiten, die de hersenen passeren en ons dan de ervaring van kou, hitte, pijn en dergelijke bezorgen. En wat het geloof betreft: het overtuigt mensen van de waarheid van wat ze niet zien. Er is namelijk meer tussen hemel en aarde.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Vele hemels
23 mei 2018
Vele hemels boven de zevende. Vorige week beleefden mijn vrouw en ik het toneelstuk onder deze titel, gebaseerd op het boek van Griet op de Beek. Het is een beklemmend familiedrama waarin de personages allemaal worstelen met pijn. Pijn uit het verleden of pijn vanwege de huidige omstandigheden. En ze kiezen zo hun eigen manier om met die pijn om te gaan: drank, overspel, teveel eten, het komt allemaal voorbij.
Uiteindelijk, zo staat in de algemene aankondiging bij het stuk, uiteindelijk blijken er maar twee mogelijkheden te zijn om aan de pijn te ontkomen: de sprong naar de dood of de sprong naar de liefde.
Het is een herkenbaar stuk met taferelen die uit ieders leven gehaald kunnen zijn. Met karakters die we allemaal hebben of die we allemaal tegenkomen. Met hunkering naar erkenning, liefde, geborgenheid. Maar ook met traumatische herinnering aan het verleden.
En dan plots is er dan de dood. In een splitsecond wordt hetzelfde decor met simpele aanpassingen omgewerkt in een aula waar de dode pijnlijk afwezig is. En dan zijn er de woorden van haar tantezegster: “Ik duim voor dromen die zo mooi zijn dat ze eeuwig mogen duren Ik duim dat ge nu zijt waar het prachtig is ergens hoog of ver ik weet het niet maar bij voorkeur alvast vele hemels boven de zevende”
Het zou een tekst kunnen zijn op een grafmonument, de wens van nabestaanden dat iemand volkomen gelukkig zal zijn, intens blij. Dat is immers de betekenis van de uitdrukking ‘in de zevende hemel zijn’. Maar er is toch maar één hemel? Dat wordt vaak gedacht, ja, maar klopt het ook?
In de Koran en ook in de Talmoed (het boek met rabbijnse commentaren op het Oude Testament) en in de kabbala (een joodse mystieke leer uit de Middeleeuwen) schijnen er zeven hemelen te zijn. Maar het Christendom telt er dan toch zeker maar één?
Nee dus. In de tweede brief van Paulus aan Korinthe (12:2) is sprake van een derde hemel. Het zijn er in Paulus’ beleving dus minimaal drie.
Een prachtig toneelstuk gezien én weer wat geleerd!
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Hele noten
25 april 2018
Dagelijks eet ik twee keer een portie walnoten. ’s Ochtends door de biogarde en ’s avonds door de kwark; het zijn gepelde walnoten uit de supermarkt. Maar van vrienden waar we op bezoek waren, en die hoorden van mijn eetgewoonte, kregen we vrijdagavond een zak met hele walnoten mee. Noten van hun eigen boom in Frankrijk waar ze een vakantiehuisje hebben. Maar héle noten dus. Nóg mooier, want dan moet je ook dát deel van je maaltijd zelf voorbereiden. Het eten van met aandacht zelf gepelde noten is gezonder, zo zegt men, dan even vlug een paar noten uit een zakje graaien.
Een dag later kwamen er echter opnieuw hele noten op mijn pad. Sinds kort zit ik in de ledenraad van de NCRV. En ik val met de neus in de boter want we zitten in een samenwerkingstraject met de KRO en dat vergt extra vergaderingen. Zo ook zaterdag in een congreshal in Nieuwegein. ’t Was er een drukte van belang want ook mannenbroeders en enkele vrouwen van de SGP kwamen daar bijeen vanwege het 100-jarig jubileum van deze partij. Dus veel zwarte pakken en oranje stropdassen op het parkeerterrein en in de hal van de vergaderlocatie.
Voor de rest van de dag scheidden onze wegen, tot we als NCRV-leden na de ochtendsessie richting lunch gingen. Toen passeerden we een lange gang waar, begeleid door orgelspel, de zang van krachtige en zware mannenstemmen helder door de muren heen te horen was. Psalm 93 en dat, jawel, op hele noten!! Prachtig! Ik had de neiging om die zaal binnen te gaan en mee te zingen.
Een paar keer per jaar zoek ik op internet naar opnamen van samenzang van psalmen op hele noten. En om het nóg mooier te krijgen tik ik als extra zoekoptie ‘bovenstem’ in. En vervolgens vergeet ik de tijd. Ik kan er uren naar luisteren.
Zou ik graag ‘s zondags psalmen willen zingen op hele noten en in de oude berijming? Nee ! Absoluut niet. Integendeel! Maar zo nu en dan genieten van goed orgelspel en volle samenzang met bovenstem? Ja, maar dan wel met hele noten!
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Vrouwendag
28 februari 2018
Stereotyperingen domineren vaak het kijken naar en het beoordelen van mensen.
Ook zijn ze vaak ingebakken in een cultuur: vrouwen zijn zacht en mannen hard; vrouwen zoeken het harmoniemodel, mannen de confrontatie; vrouwen zijn emotioneel, mannen rationeel.
Volgende donderdag is het 110 jaar geleden dat vrouwen in de
textiel- en kledingindustrie in New York staakten voor een achturige werkdag,
betere arbeidsomstandigheden en kiesrecht. Deze staking vormde het begin van de
emancipatie van vrouwen en de strijd tegen vrouwendiscriminatie. En jaarlijks
wordt daar op 8 maart specifiek bij stilgestaan. Die staking was destijds wel
een schok voor velen. Dit hadden ze totaal niet verwacht. Hun stereotype beeld
van vrouwen moest worden bijgesteld.
Nu komen bij de term vrouwenemancipatie bij sommigen bepaalde beelden naar
boven. Men denkt dan aan vrouwen met een bepaald soort kapsel, tuinbroeken en
afkerigheid van mannen. Dat is het risico van zulk hokjesdenken. Uit eigen
ervaring weet ik dat dit stereotype niet klopt. Eenzelfde eenzijdige
karakterisering is er voor mannen: stoer, hard en rationeel. Als ik naar mezelf
kijk, en ik ben bepaald geen uitzondering, klopt ook die typering niet.
Ik durf de stelling aan dat ik meer vrouwelijke
eigenschappen heb, dan me worden toegedacht, en mijn vrouw waarschijnlijk meer
mannelijke dan men denkt.
Destijds koos ik bewust voor het CNV als vakbond, omdat zij het harmoniemodel
omarmden en het FNV meer de barricaden zocht. Althans in globale lijnen; ik
moet natuurlijk wel oppassen met stereotypering! Ook ben ik een gevoelige man.
Dat vind ik overigens helemaal niet erg. En hard? Nee, maar wél duidelijk.
En mijn vrouw? Zij is zacht, maar doe je haar tekort, dan komt er ook wat
anders naar boven. Zij heeft het liefst de harmonie, maar als het nodig is
wordt de confrontatie niet gemeden; zo nu en dan is ze emotioneel, maar daarbij
verliest ze bepaald niet haar verstand.
De vrouwen konden in New York in 1908 al prima voor zichzelf opkomen. Daar hadden ze geen mannen bij nodig. En hoewel ik het graag voor mijn vrouw opneem, heeft ook zij mij niet nodig om voor zichzelf op te komen. Over emancipatie gesproken.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Sing!
31 januari 2018
Twee weken geleden was ik in New York.
Aanleiding was de wereldpremiere in de Carnegie Hall van een nieuw stuk van de bekende Sir Karl Jenkins. Dat mijn oudste dochter in het koor mee zong deed mij naar ’the big apple’ afreizen.
Met dat nieuwe stuk – Sing! The Music was Given – brengt Jenkins een ode aan de muziek. Hij doet dit aan de hand van teksten uit diverse culturen en tijden, ook uit de Bijbel. Een van de elementen die in dat stuk voorkomen is het acrostichon; dat is tekst waarbij (in dit geval) de eerste letters van alle regels samen een woord of een zin vormen. Bij Jenkins is dat drie keer een couplet dat als beginletters van de regels MUSIC toont. Overigens is de tekst van dat lied geschreven door zijn vrouw. In de (oorspronkelijke) Bijbel komen ook negen psalmen voor die een acrostichon bevatten. Helaas is dat in de bijbelvertalingen en diverse liedboeken niet meer teug te vinden. Het enige lied in het Liedboek dat daaraan voldoet is het Wilhelmus.
Dit nieuwste werk van Jenkins deed me denken aan dat Liedboek uit 2013 dat inmiddels zijn weg in veel kerken heeft gevonden: Zingen en bidden in huis en kerk. Een liedboek met meer dan duizend liederen uit de breedte van de kerk zodat gemeenten van diverse signaturen er rijkelijk uit kunnen putten. Het verfrissende van dat liedboek is dat er ook veel nieuwe liederen in te vinden zijn. Daarmee sluit het aan bij psalm 144, een psalm die Jenkins ook in zijn stuk verwerkte: “Ik wil een nieuw lied voor u zingen, God.” Jenkins schreef: I shall make new music, I shall make music for you.
Het is jammer dat er nog kerken zijn die de stap naar het Liedboek nog niet hebben gezet. Zij doen in mijn beleving haar kerkleden tekort. Ze missen dan bijvoorbeeld lied 982:
Elke stilte kent zijn zingen, zoekt een woord en melodie; ieder duister wacht een morgen in dat licht is alles nieuw. Het verleden bergt de toekomst, wat die brengt, je weet het niet; nog verborgen tot het uitkomt, God alleen herschept en ziet.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Homo Deus
3 januari 2018
Kan God een steen maken die hij zelf niet kan tillen?
Die vraag stelde Hendrik Groen in de negende aflevering over het geheime dagboek van hemzelf.
Een prachtige TV-serie waarvan er te weinig zijn. Het lijkt immers steeds platter en grover te moeten worden. Daar doet Omroep MAX met deze serie gelukkig niet aan mee.
Het is zondag en een nieuwe bewoner van de zorginstelling vraagt indringend aan Groen hoe het er met hem voor staat qua geloven. De altijd aimabele Hendrik raakt geïrriteerd door de bekeerdrift van de nieuweling en stelt hem twee vragen: of hij wel op zondag mag werken en de bovenstaande vraag over de steen.
Een scherpzinnige, maar ook onzinnige vraag. Scherpzinnig, want als God almachtig is dan zou hij dit moeten kunnen, maar dan is de conclusie weer dat hij niet almachtig is, want hij kan die steen niet tillen.
Maar ook een onzinnige vraag, want de vooronderstelling is dan dat er een God is die zelfstandig met materie (scheppend) bezig is. Een misvatting, lijkt me.
Ménsen zijn (geïnspireerd door God!?) scheppend bezig, materieel en immaterieel. Met soms enorme gevolgen, in het klein en in het groot. De meest eenvoudige beslissingen van een leidinggevende kunnen soms diep ingrijpen in het leven van een personeelslid of van het hele bedrijf. Een foute opmerking van een onderwijzer kan een leerling voorgoed ongelukkig maken. Verkeerd gedrag van iemand die zich christen noemt, kan de kerk in z’n algemeenheid schade berokkenen.
Yuval Noah Harari beschrijft in zijn boek Homo Deus de mogelijke gevolgen van menselijke besluiten in de toekomst. Waar gaat het heen met de technologische ontwikkelingen en met de robotisering? Een scenario dat we niet moeten uitsluiten is dat we zelflerende robots creëren die wij vervolgens niet meer kunnen beheersen en die óns in de macht krijgen in plaats van andersom. Is dat doemscenario nog te keren of zitten we al op een rijdende trein met onbekende bestemming?
De (al?)macht van de mens lijkt in dat laatste geval aan te sluiten bij de vraag over de steen: kan de mens iets creëren waar hij zichzelf aan vertilt?
Homo Deus, een boeiend boek.