Preek van de week

Ned-vlag

Hier staat mijn laatstgehouden ( nederlandstalige) preek die wordt ververst op de zondag (ca. 13.00 uur) waarop de volgende preek wordt gehouden.
Zie hiernaast onder Pagina’s voor de gebruikte orde van dienst
Onder Pagina’s vind je ook mijn laatste Stellingwerver of Friese preek.
Wil je een reactie geven? Stuur een mailtje

Kollum, 13-4-2025
Johannes 12: 1-8 en 12-19

Het is vandaag dus een zondag met twee gezichten. Er is het feest van de intrede, de Koninklijke ontvangst van Jezus – dat straks wordt uitgebeeld door de kinderen. En er is het verdriet om Jezus’ naderende dood, het afscheid – gesymboliseerd door de start van de komende lijdens- of Stille Week. Dus twee emoties naast elkaar: vreugde en verdriet.

En, ach, die dubbelheid herkennen we waarschijnlijk wel. Want die kan zich ook in ons eigen leven afspelen. Er is altijd dat zoeken naar een evenwicht tussen vreugde en verdriet, tussen hoop en vrees, tussen voor- en tegenspoed, leven en dood.
Het ene moment leef je in voorspoed en weelde van geld dat je als het ware in de schoot geworpen kreeg; maar een paar dagen later is het financiële kaartenhuis ingestort, door een crisis, een handelsoorlog of faillissement. Je wordt werkloos en krijg je geen geld meer uit de muur of staat je huis te koop.
De ene dag ben je nog samen – in een ogenschijnlijk gelukkig huwelijk – de volgende dag ben je alleen door het verlies van je dierbare – verlies aan de dood, of verlies aan het leven.
Het ene moment voel je je, zoals Jezus, de koning te rijk en voel je je als op handen gedragen door de mensen om je heen. Maar even later kan dat zomaar zijn omgeslagen en word je verguisd of sta je oog in oog met de dood.
Zo snel kan het gaan, ook in onze maatschappij.
We lazen hoe Jezus als koning Jeruzalem binnenkwam. Nou ja…..als koning? Hij reed op een ezel; bij ons worden koningen in dure auto’s vervoerd of in een gouden koets. Voor Jezus werden er jassen op straat gelegd; bij ons lopen hoogwaardigheidsbekleders over lange rode lopers. Jezus werd begroet met van de bomen gescheurde takken; onze koningen met mooie felgekleurde vlaggetjes in rood-wit-blauw.
Kunnen wij eigenlijk wel iets met de sjofele Jezus in de rol van koning? Hij voldoet toch helemaal niet aan het ideaalbeeld dat we  hebben? Een koning moet toch sterk zijn en machtig en omringd worden met allerlei pracht en praal?
Maar Jezus moet juist niks hebben van al die opsmuk van toeters en bellen die de gewone koningen om zich heen verzamelen. En tóch erkennen de mensen daar in Jeruzalem hem wel als koning. Een sjofele koning, maar toch: een koning! En dat terwijl hij niet gediend wilde worden, maar zélf wilde dienen.
Of zouden ze hem dáárom juist als een koning ontvangen? Waren ze wellicht juist zo op hem gesteld omdat hij liet zien dat hij geen meedogenloos heerser was, maar een koning die wilde dienen in plaats van gediend te willen worden?
In onze maatschappij werkt het vaak andersom. Wij denken vaak in termen macht en bezit, van eigenbelang en het recht van de sterkste. We zien het aan de wereldleiders van onze tijd. Ik moest hierbij denken aan president Zelenski van Oekraïne die er in Amerika op werd aangesproken dat hij te sjofele kleding droeg. Ook in Jezus’ tijd was dat al aan de orde. Jezus zei enkele keren: “Wekelijks zitten ze vooraan in de synagoge, met hun lange gewaden en huichelachtig lange gebeden“, maar de andere dagen zijn ze er blijkbaar op uit om Gods Koninkrijk te dwarsbomen. Waarom eigenlijk?
Volgens de bekende Duitse theoloog Eugen Drewermann is het een verschil tussen leer en leven, tussen theorie en praktijk. De Schriftgeleerden beconcurreren elkaar over de juiste interpretatie van de woorden uit de Thora, over de leer! Het zijn figuren die God in bekende begrippen willen onderbrengen onder de rubriek ‘van buiten leren’, dogma’s, catechismus; want als je hem van buiten geleerd hebt, dan heb je je van hem meester gemaakt, hem in je broekzak gestopt.

En dát zou er wel eens de oorzaak van kunnen zijn dat er geen enkel woord door Jezus zelf is vastgelegd. We kennen de vier bekende evangeliën óver Jezus, maar we kennen geen evangelie dat door Jezus zélf is geschreven. En het zou maar zo kunnen zijn dat Jezus bewust niets op papier heeft gezet. Om hem heen zag hij immers elke dag welke gevolgen dat kan hebben, namelijk gekissebis over betekenissen en mogelijke uitleg van de woorden. Dat zien we tot aan de dag van vandaag. Ook in discussies met mensen die menen dat ze exact weten wie God is, wat God wil, wat of wie goed is en wat of wie fout, en wat we in de Bijbel wel of niet voor ‘waar’ moeten aannemen.

Een tijd geleden stond in dagblad Trouw een interview met Tomas Halik, de Tsjechische priester en theoloog die niet-gelovig is opgevoed. Hij schreef het boekje ‘Geduld met God’ en hij zei: “God heeft een zwak voor mensen die met hem worstelen. Onze vragen zijn voor het geloof soms een betere plek dan onze gesloten definities.”
Eugen Drewermann formuleerde het anders; hij citeerde Jezus en zei: “Kijk uit voor lieden in de lange gewaden.” Als er een lange mantel voor nodig is, om de belangrijkheid van dergelijke dikdoeners te onderstrepen, dan kun je er zeker van zijn dat God juist dán op een groteske manier voor de gek wordt gehouden.”

Laten wij daarom ónze lange gewaden maar inruilen voor sjofele kleding, dat wil zeggen: ons dienstbaar opstellen zónder uitoefening van macht. Dat wij staan voor vrede en gerechtigheid in plaats van voor dogma’s. Dat is immers ook wat Jezus uitstraalde: Hij was uit op geweldloosheid, eenvoud en gulheid; hij werkte aan solidariteit en opkomen voor de zwakkeren. Het volk liet hem binnen in Jeruzalem, dat was het hart van Israël. En wij? Laten we die Christusgeest binnen in ons leven? Stellen wij ons zelf open voor hem? Zijn wij als de vrouw die Jezus zalft? Of zijn we als die andere persoon, Judas, die Jezus uit eigenbelang zal verraden aan de hogepriesters?

Tja, Judas – wij veroordelen hem snel; maar wat zouden wij zelf doen in zo’n situatie? Zijn idealisme was groot, zijn verwachtingen waren hooggespannen. Maar dat slaat al snel om in bittere teleurstelling. Is dit nu mijn Heiland? Iemand die zich naar de slachtbank laat leiden? Judas’ enthousiasme van het begin slaat om in vernietigingsdrang: “Iemand die het niet zo nauw neemt met de voorschriften en met de wetten, die moeten we uit de weg ruimen. “ En zijn betrokkenheid slaat om in geldzucht en wraak: “Als ik er wat geld aan kan verdienen, dan wil ik zelfs mijn vriend nog wel verraden.” Dát is de denkwereld van Judas.
Het zijn alledaagse reacties die ons zelf misschien ook niet vreemd zijn. vandaag is het hosanna, morgen kruisigt hem! De vraag is dus: Waarvoor kiezen wij? Voor wié kiezen wij?

Maar, we moeten niet te snel reageren. Het antwoord is namelijk niet zo gemakkelijk als het lijkt. Want, als we ervoor kiezen échte navolgers te willen zijn van Jezus, dan krijgen we dat niet zomaar cadeau. Er zullen tegenkrachten in ons leven komen. Mensen zullen ons soms niet begrijpen

en we moeten er wat voor over hebben. De vrouw die Jezus zalfde, zij werd door de leerlingen verworpen:  “Die dure olie had beter verkocht kunnen worden, dan hadden we het geld aan de armen kunnen geven.”
Maar de steun voor haar kwam van Jezus zélf, toen hij zei: “Zij heeft goed gedaan!”
Vlak voordat hij zijn dood tegemoet ging, zalfde deze vrouw hem nog. En dat heeft een dubbele betekenis: dat zalven gebeurde in het oude testament ook altijd bij koningen, dus past het heel goed bij ons verhaal over de intocht als koning in Jeruzalem. Maar de zalving is óók een voorteken voor zijn dood; een overledene werd in die tijd gebalsemd voor die werd begraven. Jezus zei daarom ook: “Zij heeft mijn lichaam voorbereid op het graf.”

Maar de leerlingen zagen dit anders. Ze denken aan hun principes, aan de heersende moraal. En die gaf toch aan dat je voor de armen moet zorgen? Waarom dan zo’n enorme verspilling van middelen?  De waarde van de olie stond gelijk aan het jaarinkomen van de gemiddelde werknemer, Jan modaal!
De leerlingen houden niet van het softe gedoe van de vrouw.
Och, ook vandaag de dag zien we dat: Op mijn werk vroegen mensen destijds: Ga jij nog naar de kérk, Jan? En bidden, vragen mensen zich af, bidden? Wat een onzin! Je moet werken! En preken? Waar is dat goed voor? Je moet actie tonen! Iets doen! Verticaal georiënteerd zijn? Nee hoor, horizontaal! Het gaat om naastenliefde!
Maar dit zijn allemaal valse tegenstellingen. Het is niet óf preken óf doen, of horizontaal óf verticaal. Het is niet: óf God belijden óf mensen in nood helpen. Nee, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beide zijn van wezenlijk belang!
Kies je voor God, dat is: voor het goede, dan kies je óók voor mensen die het moeilijk hebben. Met de zalving van Jezus volg de de vrouw haar hart. En dat hart is vervuld van solidariteit. Maar het kost haar wel wat. Letterlijk! Deze vrouw heeft wellicht haar hele hebben en houden geïnvesteerd om zich tot Jezus te bekeren en hem de eer te geven die hij verdiende.
Dat was de zalving.

En dan de intocht. De tekst daarover meldt dat ze in Jeruzalem zijn. Jezus weet dan al dat dit de stad is waar hij even later zijn doodvonnis zal horen.

Want al snel merken de mensen dat Jezus toch niet écht aan hun ideaalbeeld voldoet. Het hosanna van het begin, het verstomt en het gaat over in een steeds luider wordend: kruisigt hem! Zijn koningskroon wordt uiteindelijk een doornenkroon. De weg die Jezus ging, de intocht, leidt uiteindelijk naar het kruis! Maar dat kruis betekende niét het einde. Het is juist de opmaat een nieuw begin en dat vieren we volgende week.

En zo’n nieuw begin kunnen ook wij maken in ons leven. Als wij ons hart echt willen openstellen voor God. Als we uit ons doodse bestaan willen komen en ervoor kiezen om in Jezus’ voetsporen te treden. Hem niet nalópen maar navólgen.
Nalopen, dat doen mensen tegenwoordig vaak achter personen  die met goedkope kritiek flink denken te scoren om zo de aandacht te trekken.

Maar met hun populistische opmerkingen vervreemden ze de mensen in onze samenleving van elkáár. In plaats van solidariteit te prediken, gaat het om eigenbelang. In plaats van opkomen voor de zwakkeren, staat hen een beleid voor ogen van hebben en houden. In plaats van saamhorigheid en gulheid predikt men egoïsme, bezit en ‘eigen volk eerst’.
Nee, navólgers van Jezus kiezen voor de weg die hij ging; dat betekent dat ze bereid zijn om er wat voor in te leveren, om er zelf juist niét beter van te worden. Dat je bereid bent je in te zetten voor de medemensen en het milieu ook al gaat dat ten koste van je eigen bezit en comfort.

Het gaat erom je kruis te dragen. Kruisdragen, zo schreef de door het naziregime vermoorde Diettrich Bonhoeffer, kruisdragen heeft niets te maken met natuurlijk lijden, zoals een ernstige ziekte of een zwaar lot; nee, kruisdragen heeft te maken met lijden dat voortvloeit uit het volgen van Jezus. Het lijden dat voortvloeit uit het ‘verworpen worden’ door de wereld.

De komende stille week is een periode van bezinning op het lijden van Jezus, de rechtvaardige. Zijn weg is ook voor ons uiteindelijk de weg naar het leven, naar God! Willen wij die weg gaan door liefdevol zijn voorbeeld te volgen? Laten wij de Christusgeest intocht houden in ons handelen van alledag? Dat is: dat we er zijn voor de medemens, dat we opkomen voor mensen die monddood worden gemaakt, dat we onze stem verheffen als we onrecht tegenkomen.
Maar het gaat soms ook om hele eenvoudige dingen: dat bemoedigende klopje op de schouder, woorden van troost, het ondersteunende gebaar, het luisterend oor en het sprekend hart. Jezus had er alles voor over – zelfs zijn eigen leven – om rechtvaardig te zijn.

Hoever gaat onze solidariteit met dié Jezus en met degenen die zijn steun kregen? Wij zingen zo meteen: “Hij heeft aan ons zijn leven en liefde doorgegeven tot grond van ons bestaan.” De vraag aan ons is of wij die liefde willen doorgeven aan anderen.

Wil je een reactie geven? Stuur een mailtje !

===========================================
De eerstvolgende Nederlandstalige preek wordt geplaatst op de eerstvolgende dag waarop ik een dienst heb om circa 15.00 uur.