Columns 2025

Levenshouding (Nieuwe Ooststellingwerver en Stellingwerf 20-3-2025)

In haar nieuwste boek, de verhalenbundel ‘Aan haar lippen’, schrijft Vonne van der Meer dat haar laatste gebeden gingen over haar moeder: „Ik was veertien. Lieve God, maak mama beter, haal de pijn weg. Toen zij stierf, stierf God ook. Waarom zou ik hem nog langer vertrouwen als hij toch niet luisterde? Wekenlang had ik op mijn knieën gebeden, gesmeekt – voor niets.”
Daar heb je het weer, dacht ik. Veel mensen denken dat nog steeds: als je gelooft, dan heb je niets te vrezen, dan word je gesterkt tijdens je leven, dan zullen jou geen erge dingen overkomen.
En als ze dan tóch ziek worden, een echtscheiding doormaken, of ontslag krijgen– dan is hun vertrouwen op God verdwenen, het geloof ebt weg en ze haken af. Ze hebben, zo blijkt dan achteraf, ze hebben een geloof gehad dat meer op eigenbelang gericht was (op het redden van hun eigen leven of dat van een naaste, op gezondheid, op een goed huwelijk of op het behoud van een baan), dan op hun inzet voor anderen of op hun relatie met God. Maar: geloof is geen levensverzékering – geloof is een levenshóuding. Een houding waarbij je niét zwicht voor macht of aanzien, voor bezit of geweld of wat dan ook.

De tekst van Vonne van der Meer deed me denken aan de derde verleiding die Jezus te horen kreeg van de duivel: “Spring hier van het tempeldak naar beneden. Als je werkelijk Zoon van God bent, dan heb je toch niets te vrezen, dan zal hij jou toch op handen dragen?” Ook dát is een uitspraak die ervan uitgaat dat je geen rampspoed zal overkomen als je maar (goed genoeg?) gelooft.

Ik zou het willen omkeren op de manier waarop John F. Kennedy het 64 jaar geleden in zijn inaugurele rede verwoordde. Hij zei: „Mijn medeburgers van de wereld: vraag niet wat Amerika zal doen voor u, maar wat we samen kunnen doen voor de vrijheid van de mens.”
Geloven is: niet vragen wat God voor ons wil doen, maar onszelf te binnen bidden wat wij in deze, soms deprimerende tijden, kunnen betekenen voor mensen om ons heen.

Loslaten in vertrouwen (Nieuwe Ooststellingwerver en Stellingwerf 9-1-2025)

“In goede machten liefderijk geborgen verwachten wij getroost wat komen mag. God is met ons in de avonds en de morgen, is zeker met ons elke nieuwe dag.” (Lied 511:7)
Aan het begin van een nieuw jaar voelen we vaak de spanning tussen hoop en onzekerheid. Dietrich Bonhoeffer, de Duitse theoloog die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn geloof met moed leefde, biedt in bovenstaand gedicht een bron van inspiratie. Zijn woorden, geschreven vanuit gevangenschap, dragen een kracht die onze eigen levens kan raken.

Bonhoeffer schrijft over het gaan met God ‘in goede moed’, ongeacht wat de toekomst brengt. Hij omarmt niet alleen de vreugde, maar ook het lijden, en plaatst beide in een groter perspectief. Dit is een uitnodiging tot overgave, niet uit passiviteit, maar vanuit vertrouwen. Het herinnert ons eraan dat we gedragen worden, ook wanneer we het zelf niet zien. Dat is een hoopvolle gedachte in een wereld die soms wankelt onder de last van onrust en angst.

In de kern van Bonhoeffers boodschap ligt een paradox die we misschien moeilijk kunnen bevatten: echte vrijheid wordt gevonden in overgave. Hij spreekt over een diepe vrede die niet afhankelijk is van onze omstandigheden, maar van ons vertrouwen in een hogere leiding.
Hoe kunnen wij dat toepassen in ons dagelijks leven? Misschien begint het met een simpel gebaar. Een moment van stilte aan het begin van de dag, waarin we onze zorgen neerleggen en ons openstellen voor wat komt. Of een bewuste keuze om dankbaar te zijn, zelfs als het leven niet loopt zoals we hadden gehoopt. Dit zijn geen grote daden, maar kleine stappen in vertrouwen.

Bonhoeffer’s woorden nodigen ons uit om het nieuwe jaar met een andere blik te betreden. In plaats van ons vast te klampen aan wat we niet kunnen controleren, kunnen we leren leven met een open hart. Zijn gedicht is een bemoediging om, ongeacht wat het jaar brengt, te wandelen in het licht van hoop en vertrouwen.

Laten we dit jaar beginnen met de moed om los te laten, om te vertrouwen en om te geloven dat we, zoals Bonhoeffer schrijft, liefderijk geborgen zijn, ook in het nieuwe jaar.