“Maar dat kan toch niet, over water wandelen? Nee, dat kan niet.”
en
“Ik heb een gedicht gemaakt. Het begint zo: Mijn vrouw is een roos. Is dat waar of is dat niet waar?
en als ik voor jou een gedicht maak dat zo begint: Je moeder is een engel, is dat dan waar of is dat niet waar?
Het is waar. Het is niet letterlijk waar, maar toch is het waar.”
Twee citaten uit het voorwoord in de nieuwe (kinder)bijbel “Koning op een ezel” van Nico ter Linden.
Waarom zou men vroeger niet dezelfde stijlvormen gehanteerd kunnen hebben als tegenwoordig?
Hoe belangrijk is het eigenlijk om te geloven dat iets historisch waar is gebeurd?
Is het niet veel belangrijker om te geloven in de boodschap die men er mee heeft willen overbrengen?
(De vraag stellen is hem eigenlijk al beantwoorden…..)
De waarschuwing is dus: mensen die de bijbel van kaft tot kaft als historisch en letterlijk waar nemen – zij kunnen deze nieuwe bijbel van Nico ter Linden beter niet aanschaffen.
Voor mensen die het verhaal achter het verhaal willen weten – die willen weten waarom die verhalen ons zijn en worden overgeleverd – voor hen is dit mooi uitgevoerde en geillustreerde boek een aanrader.
De waarschuwing is dus: mensen die de bijbel van kaft tot kaft als historisch en letterlijk waar nemen – zij kunnen deze bijbel beter niet aanschaffen.
Is het niet beide…mogelijk?
En de bijbel als historisch boek en de bijbel vol van symboliek beschouwen….
Ik geloof dat de “verhalen”echt zijn gebeurd, maar ze zijn gebeurd met een symboliek erachter… En ze zijn opgeschreven met een symboliek erachter. Maar dat wil niet zeggen dat het niet echt gebeurd is….
Oh, ja: natuurlijk kun je het ook zo bekijken, dat alles letterlijk is gebeurd maar inclusief symbolische betekenis.
Maar mijn waarschuwing is er juist op gericht dat mensen die alle verhalen, wonderen, gebeurtenissen en dergelijke zonder meer (eventueel: óók) letterlijk nemen, deze bijbel beter niet kunnen aanschaffen: zij worden namelijk vanaf het begin (vanaf het voorwoord)geconfronteerd met een benadering die er klip en klaar van uit gaat dat een en ander juist niet letterlijk is gebeurd.
Daarmee is echter volgens mij ook deze bijbel niet minder ‘waar’, omdat ook die weer verwijst en duidt naar de achterliggende symboliek…..
De gebroeders Ter Linden trekken toch ook in twijfel dat Jezus uit de dood is opgestaan? Of heb ik dat verkeerd onthouden?
Twee korte vragen van je,Zabina, waar ik een langer antwoord voor nodig heb om je recht te doen.
1. Trekken de ‘gebroeders’ Ter Linden in twijfel dat Jezus uit de dood is opgestaan?
Ik ben er van overtuigd dat zij zelf – net zoals ik – zeggen van niet; maar daarmee is de angel nog niet uit jouw vraag vermoed ik. Want de kwestie is altijd maar weer de ‘letterlijke’ opvatting; om het met de woorden van een andere schrijver te melden: de wederopstanding van een lijk – geloven we daar in?
Welnu: die vraag is voor mij van nul en generlei waarde en dus het antwoord op die vraag ook.
Van wezenlijk belang voor mij echter is wel de boodschap die uit die tekst, uit dat verhaal, uit Jezus’ leven naar voren komt.
En dat wordt voor mij fantastisch verwoord in Geang 210 uit het Liedboek voor de Kerken – een Paaslied, maar een lied dat het gehele jaar door gezongen zou moeten worden.
“Sta op ! Hij gaat al voor ons uit”
2. Heb je dat verkeerd onthouden?
Wat mij altijd weer opvalt is dat veel mensen vaak bij schrijvers waarbij ze wat negatieve associaties hebben, alleen maar dingen onthouden waar ze het niet mee eens zijn (heb ik zelf ook last van).
Maar beide Ter Lindens hebben er naar mijn mening ook toe bijgedragen dat de bijbelverhalen en daarmee de bijbelse boodschap dichter bij de mensen is gekomen. En dat is dringend nodig. Bovendien dragen ze naar mijn visie er zorg voor dat veel mensen zich bevrijd weten van dogma’s waar ze niet (meer) mee uit de voeten kunnen.
Die er wel mee uit de voeten kan: welnu: die leest hun boeken niet en luistert niet naar hun preken.
Anderen worden er juist door bevrijd. Die kijken naar hun nieuwste boek uit.
Enkele punten nog ter illustratie:
1. In een boekje uit 1968 wijst een (gewezen?)prominent theoloog op Genesis 3: 21: Zou God met naald en draad bij de open haard hebben gezeten om kleren te naaien en vervolgens in het paskamertje Adam en Eva in een nieuw pak gestoken hebben?
(M.a.w. waar ligt de grens van de letterlijke opvatting?)
2. Enkele keren kwamen na een dienst mensen geëmotioneerd naar mij toe omdat ze geraakt waren door een stukje bevrijdende boodschap: of dat nu was bij de uitleg over vergeven (=loslaten), over de man die bevrijd werd van demomen (angsten, frustraties, gebrek aan zelfvertrouwen, aanpassingsgedrag enz.)of over David en Goliath (je moet dat zoeken dat bij je past – je niet in andermans harnas hullen): blijkbaar werd bij die mensen een gevoelige snaar geraakt en ontstond er een klein stukje bevrijding.
3. De Deense filosoof Kierkegaard heeft geschreven:”Mensen zijn niet alleen bang omdat ze zondig zijn, maar als het erop aan komt zijn mensen zondig omdat ze bang zijn en daardoor niet zichzelf zijn”
4. Dát vind ik de “goede boodschap brengen”: te proberen mensen te bevrijden van angst, angst die hen belemmert echt zichzelf te zijn.
Er zijn onder mijn stoel met enige regelmaat poten weggezaagd (ik doel dan op bepaalde bijbelopvattingen) maar de vrijgekomen plekken zijn opgevuld door stoelpoten die mij meer steun geven, een steviger zit bieden.
Er gaat voor mij een enorme verrijking uit van het achter de woorden kunnen en mogen lezen:
Lees, er staat niet wat er staat !
Verstaat gij wat gij leest ?